Examenreglement

Reglement Examen en Proeve van bekwaamheid Octrooigemachtigden

Titel 1. Algehele bepalingen

Artikel 1.               Begripsbepalingen

a. examen: examen als bedoeld in artikel 23a, tweede lid, van de Rijksoctrooiwet 1995
b. proeve: proeve van bekwaamheid als bedoeld in artikel 23a, tweede lid van de Rijksoctrooiwet 1995
c. tentamen: deel van het examen of de proeve als bedoeld in artikel 23c, vierde lid, van de Rijksoctrooiwet 1995

Artikel 2.               Examencommissie

1. Art. 23c lid 1, 2, 3 en 4 Rijksoctrooiwet 1995 zijn van toepassing.
2. De examencommissie kiest uit haar midden een voorzitter.
3. De examencommissie kan bij het vaststellen van de beoordelingen worden ondersteund door personen en/of commissies, die daartoe door de examencommissie zijn aangewezen.
4.  Het secretariaat van de examencommissie wordt gevoerd door het CPO te Nijmegen.

Titel 2. Toelating tot het examen

Artikel 3.               Toelating

1. Regels omtrent de toelating tot het examen en de proeve, bedoeld in art. 23a, tweede lid van de Rijksoctrooiwet 1995, worden vastgesteld bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur, conform artikel 23c, lid 6 Rijksoctrooiwet 1995.
2. Personen, die willen deelnemen aan het examen of een proeve, betalen een bij of krachtens algemene maatregel van rijksbestuur vastgesteld bedrag per tentamen, conform art. 23c lid 6 Rijksoctrooiwet 1995.
3. Aanmelding geschiedt bij het CPO door overlegging van bewijs van betaling. De kandidaat dient stukken over te leggen waaruit blijkt dat hij aan de toelatingscriteria voldoet, tenzij hij reeds eerder tot een tentamen is toegelaten.

Artikel 4.               Vrijstelling

Een kandidaat kan op grond van reeds verkregen kennis en/of vaardigheden een verzoek tot vrijstelling van deelname aan een tentamen indienen bij de examencommissie;
de examencommissie zal binnen twee maanden schriftelijk en bij afwijzing gemotiveerd op het verzoek beslissen.

Titel 3. Tentamens

Artikel 5.               Tentamens

1. Het examen is opgebouwd uit drie juridische tentamens en drie tentamens Praktische Vaardigheden.
2. Ieder tentamen wordt tenminste één keer per kalenderjaar aangeboden.
3. De examencommissie bepaalt de plaats en het tijdstip van de tentamens.
4. De vragen van een tentamen zijn na afloop van het tentamen openbaar.
5. De tentamens worden schriftelijk afgenomen.

Artikel 6.               Juridische tentamens

1. Er worden drie juridische tentamens afgenomen:
a. Recht Algemeen,
b. Octrooirecht, en
c. Overige IE-rechten, Europees Recht en mededinging.
2. Ieder juridisch tentamen duurt ten hoogste 4 uur.

Artikel 7.               Tentamens Praktische Vaardigheden

1. Er worden drie tentamens Praktische Vaardigheden afgenomen:
a. Opstellen van een octrooiaanvrage (tentamen A; chemie of elektrotechniek/werktuigbouwkunde),
b. Verdedigen van een octrooiaanvrage (tentamen B; chemie of elektrotechniek/werktuigbouwkunde), en
c. Schrijven van advies.
2. De tentamens A en B duren ten hoogste 4 uur; het tentamen “Schrijven van een advies” duurt ten hoogste 8 uur.

Artikel 8.               Examinatoren

De tentamens worden afgenomen door leden van de examencommissie, bijgestaan door personen en/of commissieleden als bedoeld in artikel 2, derde lid, van dit reglement.

Artikel 9.               Uitwerking van de exameneisen

De examencommissie bepaalt, in overeenstemming met het bepaalde in artikel 23c, lid 6b van de Rijksoctrooiwet 1995, welke onderwerpen, kennis en vaardigeheden getoetst worden.

Artikel 10.             Beoordeling

1. De examencommissie stelt de beoordelingen van elk tentamen vast.
2. De beoordeling van de juridische tentamens geschiedt op een schaal van 0 tot 10, afgerond op hele en halve cijfers. Een kandidaat is geslaagd voor het desbetreffende tentamen, indien het vastgestelde cijfer voor het tentamen 5,5 of hoger is.
3. De beoordeling van de tentamens Praktische Vaardigheden geschiedt door toekenning van voldoende of onvoldoende. Een kandidaat is geslaagd voor het desbetreffende tentamen, indien de beoordeling voldoende is.

Artikel 11.             Herkansing

Een kandidaat die voor een tentamen een onvoldoende heeft behaald kan dit tentamen bij de eerstvolgende gelegenheid dat dit tentamen wordt afgenomen, opnieuw afleggen.

Artikel 12.             Geldigheidsduur tentamens

1. Een voldoende resultaat van een tentamen verliest zijn geldigheid indien de kandidaat niet binnen vijf jaar na dat tentamen voor het examen is geslaagd.
2. De examencommissie kan op verzoek in bijzondere gevallen de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste drie jaar verlengen.

Artikel 13.             Bewaartermijn tentamenuitwerkingen

De examencommissie bewaart de uitwerkingen van tentamens ten minste gedurende twee jaar nadat het tentamen heeft plaatsgevonden.

Artikel 14.             Bijzondere omstandigheden

1. Indien naar het oordeel van de examencommissie het voor een kandidaat  wegens bijzondere omstandigheden zeer bezwaarlijk is zich te onderwerpen aan de bepalingen inzake het afleggen van het examen of de tentamens, kan de examencommissie voor hem een afzonderlijke regeling vaststellen.
2. De examencommissie en de examinatoren dragen er zorg voor dat  lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte kandidaten redelijkerwijs in de gelegenheid worden gesteld de tentamens af te leggen.

Artikel 15.             Register

De examencommissie houdt een register bij van de resultaten van de afgelegde tentamens.

Artikel 16.             Bekend maken beoordeling

De examencommissie deelt de kandidaten de beoordeling schriftelijk mede.

Artikel 17.             Examen

1. Een kandidaat is geslaagd voor het examen indien hij voor elk juridisch tentamen tenminste 5,5 punten heeft behaald en voor elk Praktische Vaardigheden tentamen een voldoende.
2. De kwalificatie “cum laude” wordt verleend en op het uit te reiken getuigschrift vermeld, indien een kandidaat bij eerste deelname aan de tentamens tenminste gemiddeld een 8,0 voor alle juridische tentamens heeft behaald en niet minder dan een 7.0 voor elk juridisch tentamen afzonderlijk, en een voldoende voor elk Praktische Vaardigheden tentamen afzonderlijk.
3. Ten bewijze dat een kandidaat geslaagd is voor het examen reikt de examencommissie een getuigschrift uit.

Titel 4. Bezwaar

Artikel 18.             Bezwaar

Een belanghebbende kan conform art. 23y Rijksoctrooiwet 1995 bij de examencommissie bezwaar maken tegen een beslissing als bedoeld in artikel 23c, vijfde lid, van de Rijksoctrooiwet 1995, tegen een beslissing hem of haar niet toe te laten tot een tentamen of de proeve en tegen beoordeling door de examencommissie van een tentamen of de proeve.

Artikel 19.             Bezwaarschrift

1. Het maken van bezwaar geschiedt door het indienen van een bezwaarschrift   bij de examencommissie.
2. Het bezwaarschrift wordt ondertekend en bevat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van de beslissing waartegen het bezwaar is gericht, alsmede de gronden van bezwaar.

Artikel 20.             Bezwaartermijn

1. De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken.
2. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop de beslissing is bekendgemaakt.
3. De examencommissie bevestigt de ontvangst van het bezwaarschrift schriftelijk.

Artikel 21.             Geen schorsende werking

Het bezwaar schorst niet de werking van de beslissing waartegen het is gericht.

Artikel 22.             Hoorzitting

1. Voordat de examencommissie op het bezwaar beslist, stelt zij de indiener en eventuele belanghebbenden in de gelegenheid de bezwaren mondeling toe te lichten.
2. Van het horen kan worden afgezien, indien het bezwaar kennelijk niet ontvankelijk of kennelijk ongegrond is, indien belanghebbenden hebben verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord, dan wel indien aan het bezwaar volledig wordt tegemoet gekomen.
3. Het horen geschiedt in een openbare hoorzitting, tenzij de examencommissie op verzoek van belanghebbende(n) of om gewichtige redenen anders beslist.

Artikel 23.             Beslistermijn

1. De examencommissie beslist binnen zes weken, gerekend vanaf de dag na die waarop de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is verstreken.
2. De examencommissie kan de in het eerste lid genoemde termijn verdagen met ten hoogste zes weken.

Artikel 24.             Beslissing

Voor zover de examencommissie het bezwaar ontvankelijk en gegrond acht vernietigt het de bestreden beslissing en neemt het voor zover nodig in de plaats daarvan een nieuwe beslisssing.

Artikel 25.             Bezwaarcommissie

De examencommissie kan de behandeling van en de beslissing op het bezwaar opdragen aan een commissie van drie leden uit zijn midden. In dat geval maakt een lid van de examencommissie, dat direct betrokken is geweest bij de beslissing waartegen het bezwaar zich richt, geen deel uit van die commissie.

Artikel 26.             Algemene wet bestuursrecht

De hoofdstukken 6 en 7 van de Algemene wet bestuursrecht zijn met betrekking tot het maken van bezwaar van overeenkomstige toepassing.

Titel 5. Beroep

Artikel 27.            
Een belanghebbende kan tegen een beslissing van de examencommissie, genomen op bezwaar als bedoeld in dit reglement, beroep instellen bij het Gerechtshof te ‘s-Gravenhage.

Titel 6. Slotbepaling

Artikel 28.            
De examencommissie beslist in gevallen waarin het Examenreglement Octrooigemachtigden niet voorziet.